Auteursarchief: Caroline

Omdenken

Omdenken

Een paar weken geleden mocht ik komen praten bij de opdrachtgevers voor een bijzonder nieuwbouwcomplex. Straks wonen daar in Driebergen, met een beetje dagelijkse hulp, bijna 30 mensen met een visuele handicap.

Om het gebouw heen ligt een redelijke lap grond. In eerste instantie is voor de inrichting van de grond vooral gekeken naar ‘waar parkeren we de auto’s, de taxi, en hoe gaan we er niet teveel werk aan krijgen om het te onderhouden. Belangrijke en logische uitgangspunten. Maar er ontbrak wel een stukje. Uiteraard gaan mensen die blind of slecht ziend zijn niet blij worden van een mooie daglelie, een goed gemaaid grasveld of een bol catalpa. Maar ik geloof in omdenken. Hoe kunnen we die tuin zo inrichten, zonder ons iets aan te trekken van wat er hoort, of in de mode is, dat juist de bewoners het prettig vinden om buiten te zijn?

Na een heel prettig gesprek kreeg ik de opdracht om een masterplan te maken om een deel van de tuin zo in te richten dat de bewoners er prettig, ontspannen buiten kunnen zijn. We begonnen praktisch: wat zijn plekken die gemarkeerd moeten worden, omdat ze gevaarlijk zijn? De overgangen naar de openbare stoep, hoeken en deuren. Daarna de beleving. Welke geluiden zijn prettig om te horen? Vogels, ruisend blad, water dat klatert (mits met mate). Wat voelt prettig? Ik ben op een hele andere manier door mijn eigen tuin gaan lopen. De nieuwe loten van de taxus, het wollige van de ezelsoor, de geur van de lavendel op mijn terras, de lindes die geuren in de voortuin in juni.

En toen ineens viel bij mij het kwartje. Ik weet van mijn geurende planten precies waar ze staan. Als ik dat voor dit project eens omdraai? Wat als de bewoners na een paar jaar hun veiligheid ook deels kunnen halen  uit het feit dat ze de geur van de azalea luteum ruiken en daardoor ook weten waar ze zijn in hun tuin? En zo ontstond het idee voor een geurplattegrond. Naast het feit dat de bestrating bijzonder wordt (een licht verende ondergrond die bij iedere stap duidelijk maakt dat men op een pad loopt) en een duidelijke haag als afscheiding bij de hoeken en een fonteintje in het midden van de tuin ter oriëntatie (de weg langs het pand is het tweede oriëntatiepunt qua geluid) gaat GEUR een belangrijke rol spelen. Om het onderhoud beperkt te houden wordt iedere soort die vanwege een mooie geur in aanmerking komt wel gescreend op goed gedrag: zeurpieten en woekeraars komen er niet in.

Het masterplan is inmiddels goed ontvangen. Dus de volgende stap is de aanleg in fases. Want voor al dit moois kan worden aangeplant moet er eerst heel veel in de tuin gebeuren. De grond is teveel aangestampt, er zit vreselijk veel onkruid in, zowel zaad als wortels. Daar gaan we ons eerst op storten. De aanleg wordt een stappen plan van minimaal 1,5 jaar.

Maar als deze tuin 3 jaar oud is, wordt het een feest om in rond te lopen. Daar kan ik me zo op verheugen!!

Kraamkamer

De maand mei is alweer bijna gevlogen. En zo ook al vele jonge vogels. De afgelopen weken vond ik werkelijk overal nesten. De merels zaten in de beukenhaag, op het stookhout, in de kamperfoelie en op de bak met gereedschap in de veldschuur. Dat laatste was niet zo’n handig plek, want hij viel nogal op. Ik verdenk de steenmarter ervan dat hij (of zij) de jongen heeft meegenomen. Ze waren al best groot toen er elke nacht één of twee verdwenen. En dan zijn 6 jongen zo verdwenen. De winterkoninkjes hadden helemaal veel nesten, maar dat hoort bij ze. Speelnesten maken die, waar dan het vrouwtje uit mag kiezen. Wel lief natuurlijk, dat je nog een beetje kunt kiezen waar je je eieren legt. De houtduiven zijn beroerde nestbouwers. Ze stapelen wat takjes in de vorm van een boom en dan is het duimen dat de jongen er niet voortijdig uit kukelen.

Regelmatig vinden we na een forse wind dode jongen onder een boom. Het leven is hard, en de stenen nog harder… De pimpelmezen zijn gisteren uitgevlogen. Hadden ze geweten wat voor weer er aan kwam dan waren ze vast nog een dag blijven zitten. De koolmezen waren nog niet zover, dus die hebben tijdens de buien droog binnen gezeten. Het groen is overal zo dicht gegroeid dat ik de vogels eigenlijk alleen nog hoor, ze zitten mooi verstopt. Gisteren lag er midden op het grasveld een hoopje veren. Blijkbaar heeft de sperwer betere ogen dan ik, en ach, hun jongen moeten ook eten… De spreeuwen nemen hun jongen mee om te foerageren op datzelfde veld, dus die moeten uitkijken. De jonge eksters hippen met hun korte staarten achter hun ouders aan, te lui om zelf eten te zoeken. Opportunisten. Het zit in de genen…

Nu is het wachten op het hoog bezoek. De jonge steenuilen. Als die komen is het feest compleet. In de schemer landen ze bij de poel op het korte gras. De ouders springen en huppen in het rond om insecten te vangen. De jonge uilen kennen het universele teken van honger: lekker flapperen met je vleugels, nek uitsteken en je geel gerande snavel wijd open doen. Iedere oudervogel wordt dan week. En binnen een paar weken wordt het dan weer rustiger. Sommige vogels starten een tweede legsel, sommige beginnen met de zomerrui. En de jonge vogels? De meeste overleven de eerste twee maanden niet. Sneu maar waar. Dus fluister ik tegen de jonge merel die onnozel onder de haag naar me zit te kijken: doe je een beetje voorzichtig straks?

Slow down brother!

De beukenhagen staan fris in het blad, de leilindes doen weer hun werk als groen zonnescherm en alle planten, gewenst en ongewenst, zijn druk bezig met een wedloop om licht en ruimte, water en voeding.
De boomgaard was de afgelopen weken een feest. De peren, de appels: het was een goed bloesemjaar. En omdat de kou geen spelbreker was, is het nu duimen voor een rijke oogst. De abrikozen zijn in ieder geval al begonnen aan een goede vruchtzetting. De hele boom hangt vol met kleine groene druppels.
In onze tuin moet nog steeds heel veel gebeuren. Bomen kappen rond de poel, er moest een pad worden gelegd, de borders moeten worden nagelopen op onkruid en er moet weer worden gemaaid. Er moet een border worden opgeschoond en een nieuwe worden aangelegd. Het is een valkuil voor menig tuinfanaat om alleen de lijst te zien met klussen die nog moet worden gedaan. Ik betrap mezelf er ook regelmatig op. En dan ineens valt het me op dat de pioenboom al bloeit met mooie gele bloemen in de ene border, en overdadig grote zachtroze in de andere. En hoe mooi zijn de bloemen van de kweepeer van heel dichtbij.
In het begin nam ik zulke pareltjes in het voorbij gaan in me op, te druk met de lijst die in mijn hoofd zat. En net zo vaak realiseerde ik me dan als ik na een flinke regenbui de bloemblaadjes van de fruitbomen als een wit laken op de grond zag liggen dat ik er niet genoeg van had genoten.

blog 5Tot ik me realiseerde: de oplossing is zo simpel. Minstens één maal per dag een grote kop thee. En met die mok in de hand loop ik op mijn gemak de tuin door. Ik zie de mezen voer aanslepen voor de hongerige jongen. De bonte vliegenvanger drinkt op een afgeschermd hoekje uit de
poel. In de bomen rondom zingen vele vogels, onzichtbaar, hun eigen lied. Boerenzwaluwen scheren over de poel. Genieten, puur genieten gedurende één kop thee.
En toen ik gisteren dicht bij de poel boompjes uittrok, sprongen er twee kikkers uit het water om te vechten om een stuk van de worm die ineens bloot lag te spartelen. De worm werd wreed uit elkaar gescheurd en beide kikkers hapten, terwijl ze met hun pootjes de onwillige worm nog een duwtje gaven, hun buit tevreden weg. Een prachtig beeld. Een geluksmomentje waar ik gewoon even naar heb zitten kijken. En ik realiseerde me dat ik nog meer moet gaan kijken, écht kijken, omdat geluksmomentjes er elke dag zijn. Je moet alleen de tijd nemen om ze te zien. Slow down sister.

Zaailingen

Ondanks de kou van de afgelopen dagen komen, naast de vaste planten, ook heel veel zaailingen nu boven de grond. Natuurlijk kun je als een echte controlefreak alles uit de grond trekken wat je niet direct herkent als ‘eigen’. Dit houdt de boel lekker overzichtelijk niet waar? Maar het kan ook best interessant zijn om even te wachten met uitrekken en te kijken of je de zaailing misschien herkent als een afstammeling van die gewenste vaste planten. Zo wemelt het bij mij in de tuin momenteel bijvoorbeeld van de zaailingen van de kerstroos, vrouwenmantel, lupine, vergeet-mij-nietje en het stinkend nieskruid. Ik kwam zelfs een zaailing tegen van de pioenboom! Maar ook de winterjasmijn, de acanthus en de tuincyclaam willen zich soms uitzaaien. Dit zijn allemaal planten waar ik er best nog een paar van wil hebben. Maar ja, hoe zie je t verschil?
Dit is in de praktijk meestal vrij eenvoudig. De eerste blaadjes van een kiemplantje zien er vaak allemaal redelijk hetzelfde uit, maar het eerste echte blad wat daarna gevormd wordt, laat meestal vrij goed zien wat het voor plant het gaat worden. En de plek waar het plantje opkomt verraadt vaak de rest. Zo staan zaailingen van kerstrozen in plukjes, in een kring, niet ver van de moederplant. En ook cyclamen blijven dicht bij de moederplant. Als deze jonge planten op een plek staan waar ze welkom zijn en voldoende ruimte hebben om volwassenen te worden hoef je er uiteraard niks aan te doen. Maar wil je zaailingen van kerstrozen goed houden, dan is het nu zaak om in te grijpen. Zonder hulp zullen deze plantjes verstikken onder de bladeren van de moederplant.
De oplossing is vrij simpel. Vul een potje met potgrond en zorg dat de grond waar de zaailingen in staan voldoende vochtig is. Steek dan een keukenvork op ongeveer drie centimeter van de zaailing in de grond tot de tanden onder de aarde zijn en wip daarna heel voorzichtig de grond met de zaailing omhoog. Laat zoveel mogelijk grond aan de worteltjes zitten en zet de plant in het potje. Breng wat extra aarde aan en druk de grond aan. Dit moet met beleid gebeuren. Te zacht drukken zorgt ervoor dat de contact maken met de nieuwe grond. Te hard aanduwen maakt dat de nieuwe wortels geen ruimte vinden in de nieuwe grond. Vul de potjes tot iets onder de rand, anders wordt water geven een kliederboel. Geef de zaailingen water en zet ze op een plek waar de slakken er niet bij kunnen (vooral lupine zaailingen zijn een traktatie voor slakken).Blog 6
Over een paar maanden zijn de zaailingen voldoende gegroeid. Zoek een mooie plek voor je gratis tuinplant en voila, je tuin is weer mooier geworden. Gaat het bij mij wel eens mis? Ja hoor. Jaren geleden heb ik weken een plant laten groeien omdat ik dacht dat het een chrysant was. Pas toen het eindelijk begon te bloeien kwam ik erachter dat ik me had laten beetnemen door een melde … Ach ja, daar leer je van.

Lentesprint

De afgelopen weken kwam de natuur weer heel langzaam op gang. In de tuin betekent dat dus afscheid nemen van de winterbloeiers zoals de winterjasmijn en de winteraconiet. Ook de verschillende soort sneeuwklokjes zijn uitgebloeid en laten hun uitgebloeide bloemhoofdjes zakken. De afgelopen weken kwamen de krokussen, die openden op de eerste mooie lentedagen, met hun grote paarse en gele toeven in het gras. De hommelkoninginnen en de roep van de koolmees maakten de lentezon tot een klein feestje. Maar het afgelopen weekend was de grote omslag. Met wat fantasie kon je het gras horen groeien. In drie dagen tijd ziet de hele tuin er ineens totaal anders uit. De meidoorn was voor het weekend nog een takkenbos met een groene waas, nu kun je er niet meer doorheen kijken. De kastanje heeft zijn dikke knoppen ineens open gegooid en toont al zijn kleine kaarsjes die de komende twee weken uit zullen groeien tot één van de meest imposante bloeiende bomen van de Nederlandse natuur. Het gras glanst ineens, wordt heldergroen en schiet omhoog. De lariks zat een paar dagen geleden nog vol met mini kegeltjes. Vandaag zijn al die kegeltjes opengebarsten en is de boom omgeven door een waas van licht groene toefjes fris lentegroen. Driebergen-01De keizerskroon bloeit in geel en oranje. De vroege narcissen verkleuren bruin terwijl de late narcissen en de sterhyacint nu op hun mooist zijn. De magnolia geurt door de hele tuin. Terwijl ik bezig ben om het teveel aan frambozenuitlopers te rooien realiseer ik me ineens hoeveel vogels ik hoor. Merels, roodborstje, winterkoning, heggemus, tjiftjaf, koolmezen en pimpelmees, vink en vele anderen: ze zingen allemaal ’t hoogste lied. ’t Was me bijna ontgaan. Met ogen dicht heb ik even de rust genomen om ervan te genieten. Op dat moment hoorde ik ook de eerste groene kikker voorzichtig kwaken. Na een kort genieten ging de schop weer in de grond, want de groeispurt dwingt ook mij tot doorpakken. Als ik nu niet oplet, haalt de natuur me links en rechts in. Dit is het moment om nog even goed te kijken welke planten nog gesplitst moeten worden, om beginnend onkruid te verwijderen en eventuele grote klussen nog even gauw af te maken. Maar tussendoor loop ik tijdens al dat klussen regelmatig een rondje om te genieten van het frisse groen en alle eerstelingen: de eerste bloeiende geranium, de eerste bloem van de anemone pulsatilla, het glanzende blad van de ligularia, de zwellende knoppen van de blauwe regen, de keizerskronen, er is steeds iets nieuws te ontdekken. En let maar op: nog een week, hooguit twee, en dan zijn de meeste bomen weer gehuld in een bladerdak en wordt het lastiger om de vogels te zien die zo luidruchtig aan hún seizoen zijn begonnen. Nog 2 weken van lentesprint. Daarna groeit er nog van alles, maar de veranderingen zijn dan, tot de herfst, niet meer zo spectaculair als nu.

Tuindershumor

Voor de liefhebber: ik heb een border helemaal ondersteboven gehaald en heb daardoor nu planten over die ik niet meer ga gebruiken. En omdat weggooien van plantmateriaal zonde is, hierbij mijn ideetje: de eerste die roept dat ie ’t wil hebben, is eigenaar van een kruiwagen vol met deze geweldige bodembedekker. Iedere grondsoort voldoet voor deze topper: zon of schaduwborder: het maakt deze plant niks uit, hij bedekt in het groeiseizoen elk plekje dat hij bereiken kan met glanzend groen blad en uiteindelijk verschijnen er ook nog fraaie wit bloemschermen aan. Wie maak ik hier blij mee?
Niemand? Daar was ik al bang voor…. Het probleem zit bij deze plant in dezelfde sterke eigenschappen. Het kreng friemelt met zijn wortels overal tussendoor. Vaste planten krijgen de wortels in hun kluit. Vooral de wortel van de hosta, die een dikke klomp vormt, maakt het bijna onmogelijk om deze wortel ook weer te verwijderen. De plant groeit als één van de eerste in het seizoen en heeft dus al een voorsprong op vaste planten die wat trager op gang komen. Het vrolijke groene blad neemt voor andere planten de benodigde zon weg en de wortels remmen de groei van de buren. Kortom, waar zevenblad, zoals ’t kreng heet, begint, leggen gewenste, kwetsbare vaste planten al gauw het loodje. In mijn huidige tuin heb ik ook zo’ n probleemgebied. Dit weekend heb ik samen met mijn man de handschoen opgepakt. Op dit moment staan in deze border de kleine blaadjes al onschuldig boven de grond. Eerst hebben we alle struiken uitgegraven. Gelukkig zitten we op zandgrond, en konden we gemakkelijk de grond, en dus de witte wortels van de woekeraar, tussen de wortels uit halen. Alle vaste planten heb ik opgegraven, schoon gepeuterd en opgepot. Het komende seizoen gaan ze in quarantaine. Pas als ik zeker weet dat er geen stukje wortel meer in zit mogen ze volgend jaar weer de volle grond in. Daarna ben ik de hele border doorgekropen en heb ieder plantje zevenblad uitgegraven en de wittige wortel overal tussenuit gepeuterd. De ledervarens heb ik opgegraven en gesplitst (joepie, nieuwe platen erbij!) om de wortels van de indringer eruit te peuteren. Na het verwijderen van alle vaste planten en het terugplaatsen van een aantal struiken heb ik een dikke laag houtsnippers op de hele border aangebracht. ZevenbladDe snippers gaan het de beginnende planten van het zevenblad hopelijk moeilijk maken om het daglicht te bereiken. En als het een overgebleven worteltje van zevenblad lukt om een fris groen blaadje boven de snippers uit te duwen, dan ben ik daar met een schepje, klaar om de wortel tot het laatste stukje uit te graven. Alle wortels verdwijnen in de groenbak, weg met die ellende. En ik hoop van harte dat ik dan volgend jaar vaste planten onder de struiken kan planten zonder deze invasieve ellendeling.
Wordt vervolgd….

Gewonnen!

Eind augustus tot half september zijn bijzonder lekkere dagen om in de tuin bezig te zijn. De temperaturen zijn nog regelmatig aangenaam zonder overdreven te zijn. Dus geen gutsende oksels maar ook nog geen koude vingers.
De groei in de tuin begint langzaam tot stilstand te komen. De laatste kleurexplosie komt er bijna aan. De herfst. Iedere border verbergt wel iets moois dat nog gaat komen. Herfstasters, sedums, herfsttijloos, en de warme kleuren van karmozijnbes en herfstbladeren De geur in de tuin verandert al. Het wordt kruidiger, scherper. Je ruikt de herfst soms al. Het licht is nu vaak op z’n mooist. Strijklicht in de ochtend en avond, al dan niet met een vochtige waas over de planten, geeft de borders nog een beetje extra uitstraling. Maar het mooiste vind ik stiekem: we kunnen nu winnen! Dit is het moment dat we een eindsprint kunnen trekken en weer in de hele tuin ‘de baas worden’. Dit is het moment de strijd aan te gaan met eventuele onkruiden in de border en tussen de tegels, overdadig groeiende takken en planten die toch verkeerd blijken te staan. Want een bestrating die nu onkruidvrij wordt gemaakt, blijft dat bijna 6 maanden! Borders die nu onkruidvrij worden gemaakt: precies hetzelfde! Zelden is tuinwerk zo effectief als in deze periode. En het fijnste is nog: doordat je weet dat je gaat winnen, kun je relaxter werken. Zo heb ik vandaag ook nog  rustig de kamillebloempjes die ik in de afgelopen maanden bij beetjes heb geplukt en op keukenrolpapier gedroogd in een potje gedaan. kamilletheeVoila, kamillethee voor komend jaar. Ook de zaadjes van de akelei zijn binnengehaald. Toen de zaden rijp waren,  heb ik de stelen voorzichtig afgeknipt en voorzichtig in een oude paraplu gelegd. Ook deze lag, net als de kamille, onder de overkapping om de zaden te laten drogen. Nu heb ik de stelen zachtjes uitgeschud en daarna neergelegd op een plekje waar bij verrassing best akelei mag komen. De zaden gaan tot de lente in een koffiefilter. En dan met een kop thee en een schrepel het terras over. En bij elke vierkante meter die schoon is denk ik tevreden: dat blijft de komende maanden zo strak als het nu is. Ik heb gewonnen!
Voor nu dan.

Hazelnoten

Ik was een jaar of 12 en we wandelden in juli in de bergen, toen ik voor het eerst in ‘het wild’ het plaatje zag dat zo smakelijk wordt afgebeeld op de lekkerste pot op de ontbijttafel: hazelnoten. Een cluster van vier nog groene noten, iedere noot in een groene rok, hangend in de zon aan een weelderige struik met bijna ronde blaadjes. Ik heb een noot meegenomen, maar hij was niet rijp genoeg en hij verschrompelde in de vensterbank.
Toen ik de kans kreeg om rond ons nieuwe huis een houtsingel aan te leggen van allerlei bomen en struiken kwamen er ook hazelnoten. Noem het onnozel, Google stelde toen nog niet zoveel voor, maar ik dacht dat  ‘hazelnoot’ maar een naam was. Ik was ervan overtuigd dat zulke lekkere noten niet hier konden groeien.
Maar een jaar of vier na de aanplant zag ik begin september ineens datzelfde plaatje. Een cluster noten, iedere noot in gezellige groene rok, rijpend in de zon. Dat gevoel, die rijkdom, dat was niet te beschrijven. Ik ben direct als een gek alle struiken af gaan zoeken en tak voor tak gaan speuren naar meer noten. En die vond ik! In sommige noten zat een klein gaatje. Meestal waren die noten ook al wat bruiner dan z’n buur. Nu weet ik dat ik die noten niet hoef mee te nemen, de hazelnootkever is me daar voor geweest. De larven zijn via dat gaatje al met de noorderzon vertrokken. Ook noten waar ik eindeloos op zat te zwoegen omdat ze maar niet wilden loskomen van hun rok: weggooien, zonde van de tijd. De verse noten die je overhoudt moeten eerst lang drogen. Anders zijn de noten wit en vooral smakeloos. Bij dit drogen komt verrassend veel water vrij.
Ik leg de noten gespreid op kranten. De woonkamer ziet er dan een paar weken niet uit. Elke dag controleren is geen overbodige luxe. Slechte noten eruit halen, kranten soms vervangen. dophazelMaar ik doe het met liefde. Het is een soort oergevoel: De oogst binnenhalen voor de winter, voorraad aanleggen en je verheugen op het moment dat je het gaat eten. Vorig jaar was een topjaar. 8 Kilo schoon aan de haak. Ik moest het wegen door met de doos zelf op de weegschaal te staan want de keukenweegschaal gaf het op.
Dit jaar is er minder, maar het blijft een genot. We experimenteren met recepten. Hazelnootpasta, gebak, in stoofpotje, de mogelijkheden zijn eindeloos.  En tijdens het oogsten verheug ik me al op al die lekkere momenten. Eigenlijk voel ik me bij iedere oogst van hazelnoten weer dat kind van 12. Maar dan met échte, rijpe noten.